Danny George
Met een brede lach vertelt Danny over zijn vijf kinderen, zijn familie in de Dominicaanse Republiek, en zijn favoriete salsamuziek. Als zijn familie gelukkig is, is hij tevreden. Maar, zo zegt hij; ‘Honderd procent gelukkig kun je niet zijn’.
Naam: Danny George
Leeftijd: 41 jaar
Beroep: magazijnmedewerker, maar nu even werkloos
Hoelang in Noord: in totaal tien jaar
„In het huis waar we nu wonen zitten we zo’n zeven jaar. Dat is echt mijn thuis geworden nu. We hebben super goed contact met de buren en een goede sfeer in de straat. Het is dat mijn vrouw Yocasta en ik in verwachting zijn van een kleintje, anders zouden we hier altijd willen blijven wonen. Maar het wordt dan wel heel erg krap.”
„Een mens kan het zwaar hebben door wat er in het leven gebeurt. Honderd procent gelukkig kun je dus niet zijn, denk ik. Zo heeft mijn moeder borstkanker gehad. Ze is inmiddels gezond, maar ik blijf bang dat het terugkomt. Ik heb mij zo’n zorgen gemaakt toen ze ziek was, ik wil gewoon niet dat haar dat weer overkomt. Ze woont nu nog in de Dominicaanse Republiek, maar zodra mijn broer een eigen huis heeft hier in Tilburg komt ze gelijk deze kant op. Dan zijn we weer bij elkaar.”
,,Mijn vrouw en ik zijn twee jaar geleden getrouwd. Mijn trouwring is zilver en die van haar is roségoud met vijf steentjes. Normaal zou ik ook voor een gouden kiezen, maar bij mij gaan anderen voor. Als zij gelukkig zijn, is het goed voor mij. Tegelijkertijd vind ik het dus verschrikkelijk als het niet goed met haar gaat.
Op 19 november 2017 hebben we ons ongeboren kindje verloren. Yocasta was 31 weken zwanger, en tijdens de echo konden ze geen hartslag meer vinden. Pas de dag daarna konden we in het ziekenhuis terecht voor de bevalling. ’s Nachts lagen we huilend in bed, wetende dat de baby in haar buik was overleden. Sindsdien gaan we elke negentiende van de maand naar het grafje.”
„Mijn vader was vroeger veel van huis om te spelen, maar als hij op vrijdag zijn salaris had gekregen werden wij verwend. We kregen cake en snoep, en hij zorgde er altijd voor dat we schone kleding hadden. Volgens mijn moeder was hij een goede vader voor ons, maar een slechte man voor haar. Aangezien hij veel van huis was, moest zij veel alleen doen. Dat probeer ik nu bij mijn eigen gezin te voorkomen.”
„Ik denk dat ik een goede vader ben. Daar ben ik trots op, want de kinderen zijn onze toekomst. Dat zie ik niet alleen in mijn eigen kinderen, maar ook als ik de jeugd zie als ik op straat loop. Daar loopt misschien ook een burgemeester of een kunstenaar tussen. Het zou niet uit moeten maken waar je opgroeit; in ieder mens zit potentie.”